Ervaringen en persoonlijke eigenschappen

Elk kind heeft zijn/haar eigen temperament en is uniek. Over het algemeen reageren temperamentvolle kinderen gevoeliger op invloeden van buien en binnen. Het ene kind kan daarom iets eng of spannend vinden en het andere kind niet. Het hangt daarnaast van persoonlijke eigenschappen af of een kind ergens bang voor is. Is jouw kind ooit gekrabd door een kat? Dan kan het bijvoorbeeld bang zijn voor katten. En wanneer een kind angst ziet bij zijn of haar ouders, kan het die angst overnemen. Denk bijvoorbeeld aan angst voor de tandarts.

Verschillende ontwikkelingsfasen en angst

Je kind begrijpt de wereld in elke ontwikkelingsfase op een andere manier. Hierdoor ontwikkelt je zoon of dochter in elke fase andere angsten. Lees hieronder meer over de angsten van baby’s, dreumesen, peuters, kleuters en schoolkinderen. Ook geven we tips hoe je ermee om kunt gaan. 

baby’s en angst

Vreemde gezichten vinden jonge baby’s reuze interessant. Ieder nieuw gezicht betekent contact. Ziet jouw baby een (nieuw) gezicht dan begint het te kijken en te lachen. Maar rond de 8 à 9 maanden beginnen baby’s angst te ontwikkelen voor onbekenden. Je kind kan eenkennig worden. Dit houdt in dat je kind zich sterk aan één of enkele personen gaat hechten. Dit zijn meestal de ouders, grootouders of pedagogisch medewerkers op het kinderdagverblijf. Voor andere mensen kan je baby een beetje bang worden. Vrijwel alle baby’s gaan door deze eenkennigheidsfase heen. Het hoort bij de emotionele ontwikkeling. Hoe heftig een kind hierop reageert is afhankelijk van zijn of haar temperament.

Tips

Eenkennigheid is een signaal dat je kind zich aan het hechten is. Bijna alle baby’s hebben een eenkennige fase. Met onderstaande tips help je je kind liefdevol door deze fase heen.

  • Bouw het contact met onbekenden rustig op. Geef je kind de tijd om te wennen aan nieuwe mensen en gezichten.
  • Vertel je baby, hoe klein ook, altijd dat je even weggaat en zo weer terugkomt, bijvoorbeeld als je naar boven loopt of naar de wc gaat. Zo leert je kind hoe het is om even alleen te zijn en krijgt hij of zij het vertrouwen dat je ook weer terugkomt.
  • Bedenk een vast afscheidsritueel en pas deze consequent toe bij het weggaan. Houd het afscheidsritueel kort en voorspelbaar, bijvoorbeeld een kus en zwaaien bij de deur of het raam en benoemen dat je je kind vanmiddag weer komt ophalen. Zo gaat je kind het herkennen.
  • Speel kiekeboe met je baby. Naast dat je baby het leuk vindt en begint te schateren van het lachen, went het er ook aan dat je soms even weg bent, maar altijd weer terugkomt.

Peuters en angst

Peuters bevinden zich in de ‘magische fase’ en kunnen nog moeilijk onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Dit kan tot angsten leiden. Zo kan een peuter bang zijn voor monsters onder het bed en gelooft het in het bestaan van heksen, spoken en kabouters. Ook kunnen kinderen in de peuterfase angst ontwikkelen voor natuurverschijnselen (zoals storm, donker of onweer), dieren, harde geluiden of bloed. Deze angsten hebben te maken met het gevoel dat ze niet alles zelf in de hand hebben.

Tips

In de peuterfase gaat je kind de wereld ontdekken en heeft het jou steeds iets minder nodig. Toch is het heel belangrijk dat jij als ouder in de buurt bent, zodat je kind op jou kan terugvallen. Hieronder lees je tips voor angsten bij peuters.

  • Wanneer je kind bang is voor fantasiefiguren, zoek dan naar een oplossing binnen de fantasie. Zeg bijvoorbeeld niet dat monsters niet bestaan, maar verjaag samen de monsters.
  • Toon begrip voor de angsten van je kind. Benoem ze en praat erover. Zo ga je de angsten niet uit de weg, maar laat je zien dat de angst er mag zijn en eigenlijk niet nodig is.
  • Wees een voorbeeld voor je kind. Door te kijken naar iemand die niet bang is, of juist wel bang is maar goed met de situatie omgaat, leert je kind zijn eigen angsten te overwinnen.

Kleuters en angst

Kleuters kunnen angst ontwikkelen voor wat er zou kúnnen gebeuren. In deze fase kunnen ze bang worden van hun eigen fantasieën. Veel kleuters zijn bijvoorbeeld bang voor poepen op de wc (ze zijn bang dat ze zelf in de wc-pot vallen en wegspoelen), monsters, haren wassen of knippen en enge dingen of wezens die niet bestaan, maar wel voorkomen in tekenfilms. Oudere kleuters worden gevoelig voor het oordeel van anderen, vooral dat van hun ouders. Zo kunnen ze bang zijn dat papa of mama hem of haar niet meer lief vindt of krijgen ze angst voor straf.

Tips

Je kunt een kleuter op verschillende manieren helpen bij zijn of haar angsten. Hieronder een paar tips.

  • Laat je kind weten dat je er voor hem of haar bent en graag helpt wanneer hij of zij bang is. Denk samen na over creatieve oplossingen.
  • Geef je kind de ruimte om dingen zelfstandig te ontdekken, maar blijf wel in de buurt zodat je kind altijd op jou kan terugvallen.
  • Geef je kind een compliment wanneer het iets doet wat hij of zij spannend vindt of wanneer het rustig bleef in een angstige situatie.
  • Lees samen uit boekjes over angst, bijvoorbeeld uit Kikker is bangHet kleine boek van grote angstenBang mannetje en Kleine Struis.

Schoolkinderen en angst

Naarmate je kind ouder wordt en naar groep 3 gaat, neemt de angst van de fantasie wat af en maakt het plaats voor reëlere angsten, zoals brand, inbraak, ziekte of de dood. Bij sommige kinderen ontstaat er ook sociale angst. Zo kan je kind bang zijn dat anderen hem of haar niet aardig vinden. Verder kunnen kinderen in deze leeftijd faalangst ontwikkelen of piekeren over dingen die ze gehoord of gezien hebben, zoals beelden van oorlog op tv.

Tips

Je kunt zelf verschillende dingen doen wanneer je merkt dat je kind bang is. Hieronder hebben we een aantal tips voor je op een rijtje gezet. 

  • Erken het angstgevoel van je kind en toon begrip. Benoem de angsten, praat er samen over en probeer je kind gerust te stellen.
  • Probeer je kind te laten vertellen waar hij of zij bang voor is en praat er samen over. Bedenk vervolgens samen wat jullie kunnen doen in enge situaties, zoals tot 10 tellen of aan leuke dingen denken.
  • Ga niet te veel mee in de angsten van je kind, maar moedig je zoon of dochter aan om spannende dingen te ondernemen of te ervaren. Het is belangrijk dat je kind ermee om leert gaan en spannende situaties niet vermijdt. Zorg er wel voor dat je niets forceert.
  • Beloon je kind met een compliment wanneer het rustig blijft in spannende situaties.