Ritmefase (0-1 jr)

In het eerste jaar is het belangrijk dat kinderen een eetritme vinden dat enigszins gelijk loopt met dat van de volwassenen. Ook als een kindje in de eerste maanden op verzoek gevoed wordt doen de ouders er goed aan om in het tweede half jaar meer naar een vast eetritme toe te groeien. De kracht van dit ritme zit in de voorspelbaarheid. Voor jonge kinderen is een voorspelbare wereld een veilige wereld. Door een vast ritme aan te houden en de gezamenlijk eetmomenten op ontspannen en gezellige manier te laten verlopen (liedjes, grapjes, rituelen) leert een baby aan dat samen eten fijn is. In het eerste jaar is de maaltijd voor een baby primair gericht op het binnenkrijgen van voedsel.

Wederkerigheidsfase (1-2 jr)

Voor kinderen wordt het sociale aspect van eten in het tweede levensjaar groter. Het is belangrijk dat je als ouder de focus verschuift van voedselinname naar de sociale kant: we eten met elkaar en hebben het leuk met elkaar. Dit versterkt de onderlinge band. Kinderen willen in deze fase experimenteren met het eten dat ze krijgen. Ze nemen ook steeds meer het initiatief om zelf te gaan eten. Vaak maken ze er een kliederboel van, maar door kinderen de ruimte te geven dit te doen ervaren ze meer en meer dat eten leuk is. En dit is belangrijk voor de volgende fase. Als ouder heb je natuurlijk wel invloed op de kliederboel die een kind ervan kan maken. Geef een kind zelf bijvoorbeeld een stuk droog brood en stop af en toe een gesmeerd stukje in zijn
mond. Of geef een bakje eten met een klein beetje erin en houd een ander bord buiten beeld waarvan je ook regelmatig een hapje naar binnen schuift.
Realiseer je ook dat je eigen reacties door kinderen gezien en veel vaker begrepen worden dan wij denken. Begin je de eerste keer heel hard te lachen als je kind een stukje eten door de kamer gooit en ga je het filmen, dan kun je erop wachten dat je kind dit vaker gaat doen, zelfs als je na een aantal keren booswordt. Negatieve aandacht is voor een kind belangrijker dan geen aandacht. Geef dus veel aandacht aan het eetgedrag dat je wilt zien en negeer gedrag dat je liever niet hebt.

Machtsfase (2-4 jr)

De naam van deze fase zegt waarschijnlijk genoeg…Kinderen in de peuterpuberteit zijn bezig met een eerste losmakingsproces van de ouders. Ze ontdekken dat ze een eigen persoontje zijn en een eigen wil hebben. Zodra ze in de gaten hebben dat ze hun ouders op de kast kunnen krijgen door niet te eten, dan
zullen ze dit middel inzetten om te experimenteren met hun invloed. Als de voorgaande fases goed zijn verlopen dan hebben kinderen een fijne associatie met eten. Ze zullen dan minder snel negatief gedrag laten zien. Voor ouders is een stuk nuchterheid in deze fase belangrijk: wil je niet eten, dan niet, we
houden het gezellig (ze verhongeren echt niet zomaar, en hebben ook zeker niet zomaar een vitaminetekort!). Maar geef een kind dan geen tussendoortjes, behalve groente en fruit. Wees consequent en probeer de eetlust te bewaren voor de maaltijd. Ook in deze fase kunnen spelletjes, liedjes en afleiding trouwens nog heel goed werken.